Jo Baer

Between the Lines (R.A.T.S. however...)

‘Sensation is the edge of things. Where there are no edges, there are no places.’

 

Between the Lines (R.A.T.S. however…) brengt een op het eerste gezicht diverse groep werken samen van Jo Baer (1929). Haar formele strategieën, gebruik van materiaal en de kijkervaring staan centraal, evenals verschillende, soms verholen, terugkerende thematische aspecten. De onderlinge verbanden tussen de werken onthullen zich gaandeweg en worden benadrukt door een wisselende, zich uitbreidende opstelling.

 

Baer heeft in haar lange carrière diverse media en stijlen verkend en heeft inmiddels, zoals ze zelf lachend zegt, ‘tricks for sixty years’. Nadat ze korte tijd met een abstract expressionistisch idioom werkte, positioneerde ze zich in de jaren 60 als een minimalistische kunstenaar, en droeg ze bij aan de ontwikkeling van de hard-edge schilderkunst. Met haar vertrek naar Ierland in 1975, toen haar carrière zich op een hoogtepunt bevond, veranderde ook haar werk. Ze ontwikkelde haar zogenaamde ‘radical figuration’, of ‘image works’ waarbij ze herkenbare vormen deels of gelaagd weergaf en dat ze voortzette in Amsterdam waar ze sinds midden jaren 80 woont en werkt. Dit figuratieve vocabulaire stelde haar beter in staat om betekenissen over te brengen – zij het zonder werkelijk concreet te worden. Maar bovenal kon ze er een breder publiek mee aanspreken.

De intuïtief samengestelde constellaties van soms suggestieve en andere keren meer specifieke vormen in haar prints, tekeningen en schilderijen gaan voorbij aan een eenduidig verhaal. In plaats daarvan hebben ze, in relatie tot elkaar eerder de subtiele, gevoelsmatige uitwerking van een gedicht. “The meaning is incorporated in the whole. I choose things and I structure them to get new meanings. I am leaving it for anyone to construct the painting. It’s half-structured. Loose ends, I like that”.

 

In Between the Lines (R.A.T.S. however…) vormt dit type werk het zwaartepunt, met een focus op de tekeningen en prints die Baer maakte na aankomst in Nederland. Dit zijn de vijf tekeningen Anisotropic Relations (1988), Farmers (1990) en de monumentale collage Corner Stone (1992). Deze werken worden gaandeweg aangevuld met de vroege tekeningen Untitled (1961) en Hinges (1964), de imposante collages The River Thames en The Mighty Hudson (1992), de latere schetsmatige serie Altar of the Egos (2002) en met haar meest recente schilderijen The Elephants Graveyard (2023) en Sister & Brother (2023). Cornerstone en Sister & Brother vormen als het ware twee polen in de show. Waar Cornerstone verleidt met bloempatronen, lijnen die een zadel suggereren en (prehistorische) erotische beeltenissen is Sister & Brother duisterder en explicieter. In de serie pasteltekeningen Anisotropic Relations, dat gezien kan worden als een speelse afrekening met haar vijf ex-mannen, komt daarentegen juist Baer’s lichtvoetige aard naar voren. De later toegevoegde The Risen (Wink) enThe Risen (Blockade) (beide 1960/61-2019) zijn opnieuw uitgevoerde composities van schilderijen die ze ooit vernietigde omdat ‘de wereld er niet klaar voor was’. Dawn (Lines and Destinations)

(2009/2011), Heraldry (Posts and Spreads) (2013) en Snow-Laden Primeval (Meditations, on Log Phase and Decline rampant with Flatulent Cows and Carbon Cars) (2020) verwijzen naar haar tijd in Ierland en hebben een politiekere lading.

 

De nadruk van de tentoonstelling ligt daarnaast op Baer’s eigenschap om te variëren en te spelen met vormentaal, kleur, overgangen, verbanden tussen terugkerende of herpakte visuele elementen, thema’s en connotaties. Bergen, rivieren, spelonken, rotsblokken, doorgangen, verdwijnpunten, landkaarten, het (vrouwelijk) lichaam en dieren keren steeds terug. De tentoonstelling nodigt ook de toeschouwer uit om de werken al rondlopend te beschouwen en te spelen met verbanden en vergelijkingen. De samenstelling van Between the Lines (R.A.T.S. however…) zal gedurende de looptijd verschillende keren veranderen om nieuwe beeldrelaties te accentueren.

 

Baer draagt in haar werk geen expliciet feministische boodschap uit en ze voelde zich gedurende haar carrière, te midden van de dominante beeldhouwkunstenaars, eerder gediscrimineerd als schilder dan als vrouw. Toch spreekt in al haar keuzen een scherpheid en vastberadenheid door. ‘Rude is the only way to be, if you are female. You don’t get anywhere else otherwise”. Als succesvolle kunstenaar voelde ze zich verantwoordelijk,  wetende dat er maar weinig vrouwelijke collega’s in een gelijke positie verkeerden:  ‘I knew that I was asking for trouble by not keeping quiet, but I felt that speaking out was the right thing to do’. En zich uitspreken deed ze, met name ten faveure van de door mannelijke minimalistische beeldhouwers doodverklaarde schilderkunst. Feministen wilden indertijd evenwel niets met haar te maken hebben. Ze noemden haar misprijzend een female man omdat ze succes had in een mannenwereld. In de tentoonstelling zijn enkele essays en brieven van Baer opgenomen die haar militante karakter belichten.

 

Hoewel de tentoonstelling een selectie presenteert die uit verschillende tijdperken stamt en ogenschijnlijk divers van aard is, laat Between the Lines (R.A.T.S. however…) de consistentie van de praktijk van Baer zien. Uiteindelijk werkt ze immers in al haar werk met dezelfde principes om de mogelijkheden van schilderkunst te verkennen; licht en donkerte, contrast, randen en lijnen. Binnen dit spectrum blijft ze zichzelf nog altijd vernieuwen en haar boodschappen verkondigen. Op 94-jarige leeftijd is haar strijdlustige energie nog altijd voelbaar. Zoals ze zelf zegt: “Ik ben nu zo oud, ik kan werkelijk alles doen wat ik wil.”

 

ROZENSTRAAT bedankt Sarah van Sonsbeeck, Hans Klasema, Leo Arnold, Galerie Barbara Thumm en Pace Gallery voor hun steun bij het realiseren van deze tentoonstelling.

 

Over de kunstenaar

 

Josephine Gail Baer (1929, V.S.) begon haar carrière in New York in de jaren 1960 en 1970. Haar werk werd gepresenteerd in solotentoonstellingen in het Whitney Museum, New York (1975), Museum of Modern Art, Oxford (1977), het Van Abbe Museum, Eindhoven (1978 en 1986), het Stedelijk Museum, Amsterdam (1986, 1999, 2013), Dia Center for the Arts, New York (2002), Secession, Wenen (2008), Museum Ludwig, Keulen (2013), Camden Arts Centre, Londen (2015), Dia Beacon, New York (2022), MAMCO, Genève (2022), Highlanes Gallery, Louth (2023) en IMMA, Dublin (2023).

 

Daarnaast werd haar werk opgenomen in groepstentoonstellingen zoals de Busan Biennale, Busan Museum of Art, Korea (2012), Sao Paolo Biennale, Brazilië (2014), Selections from the Permanent Collection, Museum of Contemporary Art, Los Angeles (2014), Drawing Dialogues: Selections from the Sol LeWitt Collection, The Drawing Center, New York (2016), Whitney Biennial, Whitney Museum of American Art (2016), Calder to Kelly, Die amerikanische Sammlung, Kunstmuseum Winterthur, Zwitserland (2017), The Absent Museum, WIELS, Brussel, België (2017), Making Space: Women Artists and Postwar Abstraction, The Museum of Modern Art, New York (2017), Paint it Black, Kröller Müller Museum, Otterlo (2021). In 2016 won ze de Jeanne Oosting Prijs.