Jeffrey’s Cinema #7

IN GIRUM IMUS NOCTE ET CONSUMIMUR IGNI   1978

Geregisseerd door Guy Debord

100 minuten

Frans gesproken met Engelse ondertiteling

 

Dit is mijn persoonlijke favoriet uit Guy Debord’s oeuvre. Voor deze film schoot hij geen frame zelf, hij gebruikt hier alleen stills en clips van andere films. Maar hierdoor, met de meest eenvoudige middelen, weet hij wellicht een van de grootste verhalen te construeren: Het verval van de moderne wereld. De titel is een Latijns palindroom dat zich als volgt laat vertalen: “We Gaan Rond en Rond in de Nacht en Worden Verteerd door het Vuur.” Sommigen trokken de vergelijking met motten die rond een kaars dansen om vervolgens te verbranden in de zelfde vlam die ze lokte.

 

Dit is een essay film, met de typische koelbloedige Debord fascinatie maar het is ook een Situationistisch gedicht. Het is het meest autobiografische werk uit zijn oeuvre. Zijn analyses gaan hier gepaard met een zekere intimiteit. Hij beschrijft Parijs van de jaren ’50 als “een stad die toen zo mooi was dat mensen liever hier arm waren, dan elders rijk.’ Deze ‘anti-film’ heeft ook een melancholisch randje met, uit de lucht geschoten, stadsgezichten van een vervlogen Parijs en panning shots van een nachtelijke Les Halles markt. Nu een ver verleden. We zien woeste gezichten en uitgestorven cafes en buurten die slechts bestaan als spoken of echos. We zien bevroren beelden van de bar Moineau waar zijn bende ooit ronddoolde. Op de soundtrack luisteren we naar zijn herinneringen aan “de charmante hooligans en trotse jonge vrouwen waarmee hij omging op die duistere plekken”. Hij vervolgt; “we dronken allemaal meer glazen dan de hoeveelheid leugens die een vakbond vertelt tijdens een wilde staking.”

 

Eensdeels kan de film bijna gezien worden als een familie album van verfrommelde foto’s, maar dan wel één met een diepe en filosofische intonatie, want het is ook net zoveel een kritiek op onze verwoede en razende consumptiemaatschappij. Hij analyseert onze wereld die gedreven wordt door consumptie en gekenmerkt wordt door vervreemding. Dit spektakel, dat ons passief maakt, vergelijkt hij met een moderne vorm van slavernij. Op een gegeven moment zegt hij “het is een prachtig moment, wanneer een aanval tegen de wereldorde wordt geïnitieerd.”

 

Deze kleine poëtische manifesto-essay film wordt zelden nog vertoond deze dagen maar voor mij is het een waardevol en volkomen uniek stukje cinema.