Jeffrey’s Cinema #25

Jeffrey Babcock is terug!

Dit keer met:


SLAUGHTERHOUSE FIVE  (1972)

Regisseur: George Roy Hill

104 minuten

 

‘The Children’s Crusade: A Duty-Dance with Death is gebasseerd op de klassieke surrealistische roman Slaughterhouse-Five; die op zijn beurt weer grotendeels gebaseerd is op ware gebeurtenissen uit het leven van de auteur zelf –  en dan met name zijn ervaringen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog toen hij Dresden woonde. Daar was Vonneget getuige van de bombardementen op de burgerbevolking door de Amerikaanse en Britse strijdkrachten. Dit maakte hem een levenslange anti-oorlog activist.  Hij vond dat niets een dergelijke gruweldaden als het bombardement van Dresden kon rechtvaardigen. Het deed wat er in Hiroshima gebeurde op een picknick lijken. 

 

Allereerst moet ik zeggen dat het simpelweg onmogelijk is om de oorspronkelijke roman te bewerken tot een film , en toch lijkt deze film  daar of andere manier toch in te slagen.  Er is een eerlijk verhaal over het leven van onze hoofdpersoon, maar het is ook een sciencefictionreis over parallelle werelden. De film zelf maakt korte metten met alle chronologie… de tijd wordt volledig verbrijzeld. In plaats van een normale rechtlijnige opeenvolging van gebeurtenissen, worden vrij zwevende emotionele associaties gebruikt om alles aan elkaar te lappen. We bevinden ons in het hoofd van ons hoofdpersonage Billy Pilgrim, die uitlegt dat hij ‘niet meer in de tijd past’.  Misschien wel doordat zijn geest gebroken is door de brute onmenselijkheid van wat hij in Desden heeft gezien?

 

De film is scherp gemonteerd, flikkert heen en weer tussen verbeelding en werkelijkheid en bestrijkt verschillende momenten in Billy’s leven – de film gaat niet alleen terug naar het verleden, maar kijkt ook vooruit naar zijn toekomst. Vonneget’s verhaal heeft twee hoofdkwaliteiten – het is een sociaal commentaar op oorlog, maar het is ook een oefening in vrije verbeelding. Op zijn vreemde pad snijdt het een heleboel thema’s aan:  een mix van oorlog, PTSD, imperialisme, ontvoering door buitenaardse wezens, seksuele fantasie en tijdreizen.

 

Nogmaals, alleen in de jaren 70 mocht en  een mainstreamregisseur zo radicaal en experimenteel zijn als in deze film het geval is. De regisseur George Roy Hill had kort aan de opname van de film net een andere hitfilm afgeleverd, waardoor de studio hem carte blanche  had gegeven om de volgende keer te maken wat hij wilde. Op dit moment in de geschiedenis hadden de studio geen idee meer waar de nieuwe ‘hippie’-generatie zich toe aangetrokken voelde, dus lieten ze de regisseur gewoon vrij om zo’n wilde, verwrongen, buitenaardse flick te maken. Uiteindelijk prees Kurt Vonneget de film en bedankte hij de regisseur voor het maken van een film die zo dicht bij zijn visie lag. Ook interessant is dat de muziekscore is gecomponeerd door de beroemde excentrieke Canadese pianist Glenn Gould.’

 

Jeffrey Babcock