Jeffrey’s Cinema #20

Jeffrey’s Cinema! Deze keer met:

DADDY (1973)

Geregisseerd door Peter Whitehead en Niki de Saint Phalle

90 minuten

Engels gesproken

 

In de jaren zeventig werd er veel geëxperimenteerd met kunst en collectieve therapie. Mensen doken in hun persoonlijke geschiedenis en herschiepen die om de wortels van hun problemen te begrijpen. Dus met andere woorden, nadat ze naar buiten toe rebelleerden in demonstraties, begonnen ze ook intern te vechten om hun eigen demonen onder ogen te zien. Geloof het of niet, we hebben een heel groot deel van onze vroegste ervaringen geblokt die onze manier van denken en onze persoonlijkheid beïnvloeden, vooral gebeurtenissen waarvan we liever doen alsof ze nooit gebeurd zijn. Toen ik  tien jaar geleden in Parijs Alejandro Jodorowsky ontmoette, was dit wat hij mij en andere mensen aanraadde te doen om over onze trauma’s heen te komen.

 

Dus toen regisseur Peter Whitehead een documentaire wilde maken over de fel onafhankelijke beeldhouwster Niki de Saint Phalle en haar kunst, zei ze “natuurlijk, maar hier is het script” en ontspoorde de film in een psycho-seksuele mindfuck, gericht op de relatie tussen Niki De Saint Phalle en haar overheersende, gewelddadige vader. Wat we zien is een explosie van psychoanalytische emoties, herinneringen, erotische taboes, fantasieën, transgressieve situaties en beschuldigingen – allemaal gericht tegen de Wet van de Vader. Laten we dit alleen wel in context plaatsen. Achter dit alles lag het feit dat toen Niki in de twintig was, haar vader in een brief toegaf haar op elf jarige leeftijd verkracht te hebben. Ze concludeerde: “De zomer van de slangen was toen mijn vader, deze bankier, deze aristocraat, zijn lul in mijn mond stopte”. Deze film is haar poging om de invloed van haar dominante vader uit te bannen, en te rebelleren tegen een door papa’s gecreëerde wereld (inclusief de hele kunstwereld).

 

Dus keert Niki terug naar het kasteel op het Franse platteland waar ze opgroeide. Herinnerde en ingebeelde scènes worden opgeroepen als Niki terugdenkt aan haar jeugd in een reeks van performance-avonturen (waaronder een enorme fallus in een doodskist, naakte nonnen in de puberteit bij een altaar, scènes van masturbatie, enz.) Er is geen poging om deze scènes gepolijst of theatraal te maken – ze zijn rauw en primitief bedoeld. Op een gegeven moment stelt ze zich een confrontatie voor met haar overleden vader nu als volwassen vrouw is. Het is volkomen bizar. Aan de ene kant is het een verzonnen fictieve film, anderzijds is het een documentaire van de psyche – zowel persoonlijk als collectief. Verspreid over deze scènes zien we Niki De Saint Phalle’s kleurige kunst, samen met haar de schilderpraktijk waarin ze met een geweer op verfblikken schiet om ze te laten ontploffen.

 

Nog een zeer zeldzame vertoonde film

 

 

Jeffrey Babcock